Momenten van klaarheid

Een jaar of wat geleden keek ik voor het eerst naar Call the Midwife. En ondanks mijn meisjesdroom ooit een vroedvrouw te worden, kon de BBC-serie over vroedvrouwen in de vijftiger jaren in East End mij op dat moment niet bekoren. Te veel kabbel de kabbel.

Maar toen een collega mij onlangs zei dat het toch écht een serie voor mij is, besloot ik het er nog eens op te wagen. Aanleiding van haar aanbeveling was het delen van onze ervaringen. Ervaringen van liefdewerk, waardoor we beiden in de meest uiteenlopende gezinnen belanden en we bovenal de kunst van het luisteren steeds beter leren verstaan.

En dat is precies wat de vroedvrouwen in Call the Midwife ook doen. Er zijn, erkennen, aandacht en liefde geven en luisteren. Heel even deelgenoot zijn van mensen in een kwetsbare situatie. Situaties die je misschien wel zou willen veranderen, maar niet kunt. Wat wel kan, is compassievol zijn. Er zijn.

De serie brengt me nog iets anders. Een soort van meditatief moment op de dag. De kabbel-de-kabbel van twee jaar geleden is nu precies wat ik nodig heb. Of nee, nodig hebben is niet de juiste uitdrukking. Het gaat meer om in rust en stilte wíllen zijn.

Want al is mijn meisjesdroom om verloskundige te worden niet uitgekomen, is er iets in mijn leven gekomen waar ik lang naar zocht. De stilte en rust, die zo bijzonder zijn bij geboorte en dood.

Of, zoals Martin Bril dichtte:

Wat we willen:
Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid

Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen

Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel

De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt

De klaarheid, af en toe

Omdat zowel aan het begin als aan het einde van het leven de tijd even stil staat. Momenten van klaarheid en heiligheid rondom het wonder van leven.

Er zijn …

Als de man met een missie begint voor te lezen uit eigen werk, is het doodstil in dat kleine zaaltje in de Achterhoek.

‘Ik geef het eerste middel en deins terug. Slaapt hij? Hij slaapt. Mijn hart lijkt over te slaan, sneller, langzamer. 

Zweethanden. Fragmenten van gedachten. Flitsen. Een klok. De tijd. Stilte. Bomen buiten. Wind. De hand van de verpleegkundige, een spuit, vloeistof. We trillen. Het tweede middel, ik spuit het in. Daar gaat het; heel snel. Ik heb het gedaan. Het is gebeurd.’

Na mijn opleiding tot ritueelbegeleider bij uitvaart heb ik mij ook verdiept in rituelen bij sterven, overlijden en rouw. Allemaal momenten van definitief afscheid. Van het leven. Tot vandaag was dat vooral vanuit het perspectief van de stervende en diens dierbaren.

Vandaag leer ik, met een eindeloos diepe buiging, tijdens een lezing van longarts Sander de Hosson over het belang van en de mogelijkheden in de palliatieve zorg, de zorg tijdens de laatste levensfase. En bovenal laat hij ervaren hoe belangrijk compassie voor de stervende in die laatste fase is. In gedachten voeg ik daar ook compassie voor de betrokken zorgverleners aan toe.

Want er zijn situaties in de zorg, waarin het niet meer gaat om genezen. Maar om verlichten, troosten, er zijn. Tot de dood er op volgt. En die die garantie hebben we, zoals verpleeghuisarts Bert Keizer zegt: ‘We hebben 100% zekerheid dat we allemaal dood gaan.’ Eigenlijk best een geruststellende gedachte.

Zeker als je je realiseert dat er dan mensen zijn, die jou daarin kunnen helpen als dat nodig is. Zó kunnen helpen dat jouw sterven waardig is. Mensen die diep van binnen weten dat er dan nog maar één ding telt.

Er zijn.

En dat is iets wat we allemaal kunnen. Als we maar durven. Durven de maskers, waarachter we ons vaak verbergen, af te zetten en de dood, als onderdeel van het leven, durven aan te kijken. Om er te zijn. Voor onze dierbare die stervende is. En misschien zelfs voor de dokter en de zuster.