Vrouwe Dood en Oekraïne

‘Je begint waar je moet beginnen:

met wie kwam opdagen.

En dan ben je oneindig dankbaar

voor de pure grootsheid

dat onze vriend (de Zon) weer opdook.

Dan breng je het leven tot leven, en

grond je jezelf

en zeg je wat je hoopt te kunnen

maken

van jezelf

en van het leven

vandaag.

Omdat sommige mensen de ochtend niet hebben gehaald.’

Vorige week dinsdag begon ik een netwerkbijeenkomst met uitvaartondernemers met bovenstaand ochtendgebed van de Algonquin Indianen in Oost-Canada, dat ik na het kijken van een prachtige documentaire over Stephen Jenkinson in mijn boek heb opgenomen. Vandaag spreek ik het uit voor de mensen in Oekraïne. Vandaag leg ik ook een dodenwiel voor diegenen van hen die naar de Overkant zijn gegaan.

De oorlog in Oekraïne raakt me enorm. Zo zeer dat ik niet in staat ben om de ontwikkelingen te volgen. Het uit eigen lijfsbehoud dus ook niet doe. Het gooit me namelijk terug naar een periode uit mijn leven, waarin het niet goed met me ging. En dat kan ik er niet bij hebben nu. Zonder egoïstisch te willen zijn, móet de focus van mijn leven nu liggen op geloof, hoop en vertrouwen dat het goed komt. Dat alles goed komt. Dat het goed is zoals het is.

Een week geleden postte ik een bericht op social media dat ik tot mijn dood wil doen waar ik blij van word. Wie niet 😉? Toch kwam er ook iets onverwachts mee; omdat ik aangaf te willen praten over sterven en dood. De gedachte, misschien wel de (universele) angst, dat ik Vrouwe Dood daarmee uitnodig eerder in mijn leven te komen.

Met mijn hart en ziel weet ik dat dat niet waar is. In mijn boek schrijf ik immers ook, dat ze op onze schouder zit, vanaf het moment dat we geboren worden. Zij is er. Zonder oordeel. Ze wacht slechts op de Taal der Tekens van het Universum.

Ik kijk haar vriendelijk aan, bedank haar dat ze in mijn leven is (stel je voor dat ze nooit zou komen!), en laat haar weten dat ze nog even mag rusten. Vandaag heb ik andere dingen te doen.

Vandaag, en voorbij de illusies van de Donkere Maan in Vissen, hoop ik op een wereld zonder oorlog, geloof ik in een wereld zonder angst en vertrouw ik op al het goede in het leven. Net zoals morgen, overmorgen en de dagen daarna …

Vrouwe Dood, wees zacht voor de mensen in Oekraïne 🙏💙💛.

Sterrenstof op de wind

Het is niet echt wandelweer. Er staat een stevige westenwind en er drijven grote wolken, met zelfs hagelstenen erin, voorbij. Toch ga ik naar buiten. Even het hoofd leeg blazen.

Want dat zit vol. Met de voorbereidingen voor de uitvaart van morgen. Ik houd mijzelf voor dat die niet anders is dan de uitvaarten die ik hiervoor deed. Natuurlijk is geen enkele uitvaart hetzelfde. Maar mijn hart voelt dat deze nóg weer anders is. En fluistert dat af en toe in mijn oor.

Ze wilde gewoon vijftig worden. Is dat nu teveel gevraagd? Ik denk terug aan die bijzondere dag drie weken geleden, toen ik mijn eigen vijftigste verjaardag vierde.

Nee. Het is niet teveel gevraagd. En toch kon deze wens van mijn leeftijdsgenootje niet worden ingewilligd.

In het voorbereidingsgesprek met haar man, dochter, zoon en twee vriendinnen is gelachen. Misschien gewoon omdat dat ook zo bij haar paste. En intens gehuild.

Op mijn vaste plek in het bosje ga ik even zitten. De zon schijnt en voelt warm, door de wind en mijn regenjas heen. Als het begint te regenen, kan ik niet anders dan dankbaarheid voelen. Dat ik dit kan en mag. Ondertussen luister ik naar de muziek die morgen aan het eind gedraaid zal worden.

Als ik mijn uiterste best voor haar en haar gezin heb gedaan. Als haar gezin afscheid van haar neemt. En zij nog één keer zal dansen. Als sterrenstof zal dwarrelen op de wind.

Meer dan ooit

De laatste middag van de meteorologische zomer breng ik door in de buurtuin van mijn vorige huis. De zon verwarmt mijn wangen, de mensen aan tafel mijn hart. We praten over groter en ouder worden, over leven en dood. En gelukkig kunnen we om de meeste dingen grappen maken.

Een van de onderwerpen die uitgebreid aan bod komt is het verlies van onze ouders. Want daar hebben we aan tafel -helaas- inmiddels allemaal ervaring mee. En ja, het is waar. Dat het verdriet slijt, na al die eerste, tweede en derde en nog meer keren zonder hen. En dat het gemis groeit.

Als ik vandaag wakker word, voel ik het meteen. Het gemis, dat vandaag alweer zeven jaar oud wordt. Ik parkeer het even, om Grote Zoon te wekken voor de eerste dag van zijn nieuwe baan. Hoe toepasselijk: drager bij uitvaarten.

Maar als ik even later buiten loop met Knoet, wandelt het jarige gemis met me mee. Net zoals mijn moeder. En dan, aan het einde van de straat, bij de gemaaide graanakkers, omhult een zachte deken van mist ons, terwijl aan de horizon de ochtend gloort.

Ik mijmer weg. Naar die dag zeven jaar geleden. Ik denk dat ik toen ongeveer net zo vroeg wakker was. Een tijdlang met mijn vader aan mijn moeders bed zat. We luisterden naar haar ademhaling, die steeds moeizamer ging. We hielden haar hand vast, streelden haar haar. En later die dag lieten we haar gaan.

Zeven jaar geleden. Het voelt meestal als de dag van gisteren. Haar dood hoort bij mijn leven. Net zoals het gemis. Dat, net zoals alle andere aardse zaken, twee kanten heeft. Want met de jaren verzacht het en groeit met het gemis, ook de liefde.

Lieve mama, ik mis je en hou van je. Meer dan ooit.

1 juli 1942-1 september 2011

Woorden van troost

Vroeger hielp ‘kusje d’r op’. Vroeger, toen je als klein kind gevallen was en huilend naar mama, oma of de juf liep. Zij jou in haar armen nam, je liefdevol een kus op je knie gaf en zei: ‘Zo, nu doet je knietje geen pijn meer, toch?’ Je keek haar met betraande ogen aan en knikte bevestigend. Vervolgens  holde je vrolijk weg en speelde weer verder.

Maar nu helpt kusje d’r op niet. Want wat helpt wel als niet je knie, maar het leven pijn doet? Als de zon niet langer schijnt? Als alles wat je liefhad is verdwenen? Als je zó met lege handen staat?

Het zijn vragen waarvan je niet wilt dat ze bestaan. Omdat het vragen zonder antwoorden zijn. Maar ze bestaan. En ze brengen het donkerste duister, de diepste pijn, de stilste eenzaamheid en een peilloze leegte in je leven naar boven. Wat kan jou nu troosten, zoals kusje d’r op jou vroeger troostte?

Zou het een troost-tasje kunnen zijn? Een klein tasje met een snoepje, een slokje water, een zakdoekje en wat lieve woorden? Waarschijnlijk is dat, hoe lief bedoeld ook, niet genoeg. Troost, échte troost, is groot. Groots.

Echte troost is een hand op je schouder, als je hem niet verwacht. Echte troost is de zachte stilte, van iemand die naar je luistert. Die jou de tijd geeft en de rust gunt om de pijn en het verdriet er te laten zijn.

Iemand die luistert … En nog een keer … En nog een keer … En nog een keer … Tot jouw gevoelens van pijn en verdriet moe zijn. Echte troost is groter dan  woorden. Echte troost verbergt zich in kleine, grootse gebaren, waarvan je vroeger niet wist dat ze betekenis hebben.

Troost is daar waar je kunt schuilen en waar je keer op keer mag huilen.

En na een tijdje is troost ook als een zacht, wit veertje dat voor je voeten op de grond valt.

Is troost ook dáár, waar iemand stilletjes naast je zit.

Is het de eerste vlinder van de lente die langs dwarrelt, en zijn het de eerste sneeuwvlokken van een nieuwe winter.

Het zijn kleine gebaren van degenen die jou dierbaar zijn en zachte aaien van de natuur, die onzichtbare draden weven tussen jouw verdriet en jouw gemis.

En dan komt er een tijd, ooit, misschien, waarin het vlammetje in je hart weer oplaait tot een vuur dat je hart verwarmt. Degene die je mist beroert je niet langer met knuffels en kussen of gefluisterde woorden in je oor. Maar wel als herinneringen vol warmte en dankbaarheid en met een vleugje melancholie.

Zoals je nu voelt bij het verhaal van kusje d’r op.

Huis in de wolken en in je hart

Juffrouw Olifant en Oma Muis zijn dikke vriendinnen.
Ze wonen naast elkaar in de dierentuin.
Elke zondag gaat Oma Muis naar Juffrouw Olifant
om een kopje thee te drinken.

Maar dan komt er een zondag,
waarop Juffrouw Olifant zit te wachten,
en te wachten … en te wachten.
Als de thee koud geworden is,
en ze alle koekjes ongemerkt heeft opgegeten,
gaat zij op zoek naar Oma Muis.

Zij zoekt in alle hoeken van de stal,
maar ziet Oma Muis nergens.
Dan opent zij de staldeur en gaat op weg
naar het holletje van Oma Muis.
Als zij daar aankomt,
klopt zij zachtjes op het deurtje.
Maar er komt niemand om hem te open te maken.
Daarom duwt ze het deurtje voorzichtig op een kier.

Ze tuurt naar binnen en schrikt een beetje;
het lijkt wel of Oma Muis ligt te slapen.
Alle andere muizen van de stal staan om Oma Muis heen.
Ze kijken verdrietig om,
en Kleintje Muis komt op haar af.

Er lopen tranen over de wangen van Kleintje Muis als hij zegt:
‘Oma Muis is doodgegaan.’
Hij pakt zijn zakdoek, snuit zijn neus hard
en veegt met de zakdoek langs zijn betraande ogen:
‘Ik ben verdrietig, omdat ik Oma Muis nu nooit meer zal zien.’

Juffrouw Olifant slaat haar poot om Kleintje Muis heen.
Ze probeert hem zo voorzichtig mogelijk te troosten.
Dat valt nog niet mee met zulke grote poten.
Daarom gaat ze zachtjes naast hem zitten.
En dan vertelt juffrouw Olifant:

‘Toen Opa Olifant doodging,
was ik ook heel verdrietig,
omdat zijn lijf het niet meer deed.
Mijn mama vertelde dat ik best mocht huilen,
net zoals jij nu doet om Oma Muis.

Mama Olifant vertelde ook dat we niet alleen een lijf hebben.
We hebben ook een eigen ik.
Een eigen ik vol dromen en wensen, blijdschap en verdriet.
En toen Opa Olifant dood ging, ging zijn eigen ik terug naar het plekje waar hij woonde voordat hij werd geboren.
Hij ging terug naar het Huis in de Wolken.

En Mama Olifant vertelde ook nog iets anders.
Dat Opa Olifant nu dichterbij was dan ooit.
Dat hij nu een heel bijzonder plekje in mijn hart had.

Want toen hij leefde zag ik hem soms.
En nu hij dood is, voel ik hem altijd en overal.
Omdat ik hem meeneem in mijn hart,
het Huis van de Herinnering.

Zo is het ook met Oma Muis.
Haar eigen ik is terug naar het Huis in de Wolken.
En tegelijk is zij altijd en overal bij jou.
Omdat ze nu woont in jouw hart.

Dans van liefde

Als ik mijn ogen sluit
zie ik jou zoals je eigenlijk bent

Levendig, zacht en rond
een witzilveren krans om jouw gezicht
en stijlvol in blauw en wit

Glanzende muiltjes aan je voeten
Citroentje suiker in jouw hand

Tot het moment
dat jij de sneeuwwals hoort

Want dan …
gaat álles aan de kant
en dans je

Dans je door je leven

Je danste

Door jouw liefde
voor het leven
voor je dochters, hun mannen en hun kinderen

Een liefde zó groot
dat ze voor altijd voelbaar blijft

En kijk je in hun harten
dan zie je ze zoals jij eigenlijk bent