Het is donker, en een drukte van belang als ik kom aanrijden. Verkeersregelaars wijzen me met lichtgevende stokken de weg richting parkeerplaats, en behoeden me helaas niet voor de verkeersdrempel die mij mijn hoofd tegen het autoplafond laat stoten.
Vuurkorven en blikken brandende olie leiden me soepeltjes naar de ingang. Er komen me al veel mensen tegemoet, ik ben aan de late kant. Ik hoor kinderen roepen en lachen, helaas niet de vanzelfsprekende geluiden hier. Toch past het vanavond. Ook. Lichtheid als tegenhanger van donker en verdriet.
Ik bezoek Lichtjesavond op de grote begraafplaats in Arnhem. Als ritueelbegeleider en als organisator van Wereldlichtjesdag Overbetuwe. En bovenal als nabestaande. Want ook ik heb mensen te herdenken tijdens deze donkere dagen.
Ik schrijf hun namen, geboorte- en overlijdensdata op sterrenkaartjes en loop met een brok in mijn keel naar buiten. Het grijpt me meer aan dan ik had verwacht. Er staan grote partytenten, vol gluhwein, chocomel en pratende families. Een koor zingt.
In het donker, bij een grote, zacht verlichte boom, staan ook mensen. En plots zijn daar de kippenveltonen van drie doedelzakspelers. We luisteren muisstil. Als de laatste tonen wegsterven loop ik naar de boom en hang er ‘mijn’ sterretjes in. Een moment van stilte.
In de stilte-aula een harpiste, en mij zo vertrouwde troostwoorden. Eerder dan mij lief is, wordt de stilte verbroken. Ik haal diep adem en ga mee in het moment van opruimen en afbreken. Ik ben blij dat ik deze avond van Nieuwe Maan op deze manier heb besteed.
Want de doden zijn niet weg. Ze zijn in mijn leven. Altijd en overal. En op een avond als vandaag raken onze werelden elkaar. In de sterrenboom, onder dezelfde Maan.