Als het leven
zich heeft teruggetrokken
in eindeloos duister
En harten
zijn gebroken
in ontelbare scherven
Als de stilte
oorverdovend schreeuwt
in oneindig groot verdriet
Dan wil ik het luisterend oor wel zijn
dat een begin van scherven heelt
met gouden lijm
Ik troost door te weven
met de draden van het leven
van wie er niet meer is
Neem ik een pastellen draad
voor de dagen van diens jeugd
Een donkere
voor de dagen vol met pijn
Een oranje voor het geluk
en een grijze voor het verdriet
dat er beide ook mocht zijn
Zoek ik naar de rode draad
van dit voorbije leven
Verweef tot slot een gouden draad
van wat nog steeds essentie is
Ik vlecht de draden tot een afscheid
dat schoonheid en vergaan tastbaar maakt
En al duurt het afscheid op de klok maar even
de herinnering blijft
voor eeuwig
vervlochten in de tijd