Ik voel dat deze dagen iets fundamenteels in mij is veranderd. En ja, dat heeft álles te maken met de donkerte waar ik zondagmiddag in viel. Onverwacht, want ik was al uit die jaarlijkse onderwereldperiode gestapt. En toch ook weer niet onverwacht, omdat er maandelijks met Donkere Maan ook een onderwereldmoment is van een dag of drie.
Ik schreef over het citaat van Leonard Cohen, over ‘the crack where the light gets in’. Maar misschien is het andersom, of wederzijds. The crack laat niet alleen licht naar binnen, maar óók het licht dat in mij zit naar buiten.
Het voelt alsof er daadwerkelijk iets is opengebroken, en alsof alle overbodige stress en zorgen zijn weggevloeid. In plaats daarvan is er ruimte en leegte, die me enorm laat voelen dat ik lééf. Het is ook heel helder in mijn hoofd, en ik voel -misschien wel meer dan ooit- lichtheid, zachtheid en rust die inhoud geven aan de woorden vertrouwen en overgave. Aan al dat wat is.
Ineens doorzie ik hoe ingewikkeld ik het leven ben gaan vinden m, naarmate ik ouder werd. En me daar ook naar gedroeg. Controlefreak werd. Angsten en zorgen kreeg. Een onderstroom van continu verdriet voelde.
Grote en Kleine Zoon, en ook hondje Knoet zijn altijd mijn spiegels geweest als het gaat om ‘Don’t worry, be happy’, ‘wat vandaag niet lukt kan morgen ook’ en ‘er is alleen hier en nu’. Tegelijkertijd heb ik hun spiegeling de afgelopen jaren heel erg omarmd, maar pas nú heb ik het gevoel dat deze wijsheid, die diep in mijn buik verstopt was, zich heeft verspreid in mijn hele systeem zodat ik het nu ineens vóel in alle vezels van mijn lichaam.
Er is ineens inzicht en besef dat ik rustigaan mag doen, dat er niets meer móet, en dat alles wat er vervolgens op mijn pad komt betekenisvol is. Ineens vóel ik wat zelfliefde brengt, met mij doet, als ik alleen of in verbinding met anderen ben.
Zoals de práchtige gesprekken die ik de afgelopen dagen heb gevoerd over sterven en dood. Met vrouwen in de Paarse Tent (speciaal voor vrouwen in de overgang). Met een uitvaartondernemer over háár werk, met een dierbare sister die de roep hoort om rouwvrouw te worden. En een eerste gesprek over mijn eigen uitvaart. Ineens voel ik ook dat mijn eigen sterven daardoor heus niet eerder zal komen, maar eerder dat het rust geeft erover te hebben gedeeld.
Ook voel ik hoe het boeken van de Egypte-reis gisteren een (levens)energie en inzichten heeft losgemaakt, die ik niet kon voorzien. Nee, ik heb geen bucketlist. Maar ik wil wel graag dat de dingen die ik doe betekenisvol zijn. Een bezoek aan het land van de godin Isis, met wie ik ‘reis’ blijkt daarin ineens héél relevant te voelen. Dat ik in dat proces me ook ineens heel bewust ben geworden van de beperkingen die ik mijzelf opleg (kan ik dit wel doen nu, mág ik dit wel doen, durf ik hulp en steun te vragen) en ze vervolgens stuk voor stuk heb losgelaten, voelt als een enorme rijkdom en wijsheid die ineens stevig verankerd is in mij.
Ik vind mijzelf ook een ‘stuurvrouw aan wal’ die makkelijk praten heeft. Ja, ik ben ziek en zit in die zin misschien in een niet te benijden situatie. Maar er is ook zoveel moois dat op mijn pad komt dat ik graag met jou deel, waarvan ik tegelijkertijd voel hoe ingewikkeld het is om dat in het gewone leven te integreren. Het leven waarin veel meer ‘moet’ dan dat van mij. Maar toch:
Er hóeft niet zoveel in het leven. Het meeste leggen we onszelf op. En eigenlijk hebben we ook maar zó weinig nodig. Het ‘moeten’ en ‘willen hebben’ zijn er als zelfliefde ontbreekt en als er een leegte in onszelf is, waarvan we denken dat we hem niet zelf kunnen vullen.
Als het inderdaad zo is dat je sterft zoals je leeft, dan is er deze dagen een lichtheid in mij gekomen waarvan ik hoop dat ie blijft tot mijn laatste adem. Zodat ik ga zonder angst of zorgen, en in licht en liefde (maar nu nog niet hoor!). En dat gun ik jou ook!